Pinot Meunier

Onbekend is onbemind, en dat is zeker het geval met de ondergewaardeerde Pinot Meunier druif. Deze blauwe druivensoort zorgt voor heerlijk frisse en witte schuimwijnen en champagnes met een vettige toets.
Naast de meer bekende Chardonnay, en de Pinot Noir, is het één van de drie duivensoorten waarvan champagne wordt gemaakt.
De meunier druif vinden we vooral terug op de vele wijngaarden tussen Reims en Ēpernay.
Ze wordt is daar ongetwijfeld de meest geplante champagne variëteit, vooral aangeplant de Vallée de la Marne.
Verrassend genoeg is het ook de minste bekende van de drie champagnedruiven.
Naast koploper Frankrijk, wordt de Meunier druif ook in beperkte mate geteeld in regio's van Duitsland, Oostenrijk en Australië.
Deze Pinot Meunier druif voelt zich het best thuis in een kalk- klei- of in een krijtbodem.
Ze bloeit later dan de Chardonnay en de Pinot Noir, en is daardoor goed bestand tegen late vorst, maar wél gevoelig voor allerlei schimmelziekten.
Meunier is een druif met karakter, met een fruitige afdronk, en iets zachter dan haar twee zusters.
De Pinot-Meunier is een druif die relatief snel rijp is.
Het nadeel van de snelle rijping van de Pinot-Meunier basis wijnen is ongetwijfeld dat ze ook snel over de top zijn.
Niettemin geeft deze druif het onmisbare karakter aan vooral jonge Champagnes tot maximaal drie jaar.
Een mooi gevinifieerde Pinot Meunier zorgt voor een ronde, fruitige champagne met een florale geurigheid.
Haar zwakke plek is, spijtig genoeg, haar beperkt rijpingsvermogen.
Daardoor we haar zelden terug in grote cuvées.