
Sémillon
De semillon druif is ongetwijfeld één van de meest geteelde druivenrassen ter wereld. Ze levert echte topwijnen.
Deze druif voelt zich het best in kiezel, klei en in kalkbodems, en verkiest minder hoge temperaturen.
Sémillon is een verrassend snelle groeier, een grote jongen. Hoe ouder zijn stokken, hoe beter de wijn.
Wijn van de sémillon druif wordt dikwijls gemengd met andere druivensoorten; waaronder vooral de sauvignon blanc en, in mindere mate, de chardonnay.
Sémillon wijnen zijn licht geel, soepel en aromatisch, met een relatief lage zuurgraad.
Er is zowel droge als zoete smillon, telkens met een verrassend hoog gehalte aan alcohol.
Sémillon druiven geven droge witte wijnen met veel body.
Ze worden dikwijls op vat gelagerd, en laten zich uitstekend bewaren.
We herkennen vooral vleugjes rijpe peer, honing, acacia bloesem en gedroogd fruit, waaronder hazelnoot.
Honing, gecombineerd met allerlei droge vruchten, bijenwas, bloemen en fruit zijn even goed mogelijk.
De beste Sémillon wijnen komen uit de Franse Bordeaux, in de eerste plaats uit Sauternes. Maar ook in regio's zoals Graves, Pessac-Léognan, Barsac en Loupiac kent men wat van deze populaire Sémillon wijnen.
De Australische Hunter Valley, levert kwaliteitsdruiven, maar deze voelen zich haast overal ter wereld thuis.
Ze houden van zomerse warmte, maar niet van extreme klimaten, en veel zon.
Voor een goede ontwikkeling hebben ze een bepaalde vochtigheidsgraad nodig.
Het klimaat van het Franse zuidwesten is zonder meer ideaal voor dit druivenras dat erg gevoelig is aan grijsrot.
Franse sémillon past uitstekend bij rundvlees en bij kip, kalkoen en wild.