Het blazoen van Barbaresco en Barolo werd na de Tweede Wereldoorlog flink besmeurd door een generatie die duffe en fruitloze wijnen produceerde.
Deze Barbaresco poetst dat glorieuze blazoen met glans op en bewijst dat respect voor traditie een huwbare partner blijkt voor moderne technieken. De druiven worden manueel geoogst en na een strikt opgevolgde traditionele gisting op inox, rijpt de wijn tussen de 15 en de 18 maanden op Slavoonse foeders.
In het glas verschijnt een granaatrode wijn, met een intens en bijzonder fris boeket. Maar bij het proeven reveleert deze topper zich pas echt in volle glorie: de wijn is droog en mondvullend en zorgt voor de perfecte harmonie tussen het mooi gedoseerde fruit en de prominente maar zachte tannines. Klasse!