Decanteren van wijn houdt in dat je de wijn uit de fles scheidt van het aanwezige bezinksel (ook wel droesem genoemd) door de wijn in een karaf over te gieten. Je verbetert het boeket van de wijn aanzienlijk door deze te decanteren. Ook het verzachten van tanninerijke jonge wijnen valt overigens onder decanteren. Hoe dat decanteren in z’n werk gaat, vertellen we hieronder.
Decanteren moet je met een vaste hand doen. Neem een zeer schone karaf met het liefst ruim meer inhoud dan de fles; het beste is zelfs tweemaal zo groot. Controleer voor je begint of de wijn nog goed is en bijvoorbeeld niet naar kurk smaakt, of erger nog: niet meer goed is. Houd tijdens het overschenken de fles en de karaf tegen het licht, zodat je op tijd ziet wanneer het bezinksel meekomt. Stop in dat laatste geval onmiddellijk met het overschenken. Overigens is het slim om de capsule (dat zijn alle verpakkingmiddelen rond de flessenhals; vaak plastic of metaal) helemaal te verwijderen om goed zicht op de fles te houden. Het is ook aan te bevelen om een jonge wijn zonder droesem te decanteren omdat contact met lucht zo’n wijn vaak ten goede komt. Bij oude wijnen zonder bezinksel moet je dat juist weer niet doen. Wijnen die in aanmerking komen om gedecanteerd te worden zijn: Vintage Port - deze rijpt namelijk op de fles met een forse laag droesem als gevolg – Bordeaux, Maridan en Cahors wijn. Verder goede wijn uit de Languedoc, Italiaanse wijnen als Brunello em Barolo en uit Portugal Bairrada en Cabernet Sauvignon. Tot slot: het blootstellen aan zuurstof van jonge wijn met veel tannine erin verzacht de smaak van zo’n wijn. Een andere reden dus om te decanteren maar voor beide geldt: je wijn wordt er veel beter van.
- Alle producten zijn toegevoegd aan uw winkelmandje.